Op deze pagina vind je de betekenis van de symbolen zoals die gebruikt worden op deze site.
Guimpesymbolen Haaksymbolen Breisymbolen
Guimpesymbolen
1 guimpelus
Dubbele guimpelus, in het midden vastgehaakt met vasten
Dubbele guimpelus, in het midden vastgehaakt met vasten. De haaknaald wordt hierbij in de achterkant van de lus gestoken.
1 guimpelus, 2 x gedraaid.
1 guimpelus, in het midden vastgehaakt met een vaste om de hele lus
1 vaste op meerdere guimpelussen tezamen
Naar boven
Haaksymbolen
losse
halve vaste
vaste
vaste, in de vorige rij achterin gestoken.
2 vasten in 1 onderliggende steek ingestoken
kreeftesteek
half stokje
stokje
dubbel stokje
boogje van 5 lossen
boogje van 7 lossen
Naar boven
Breisymbolen
1 kantsteek
1 recht
1 averecht
1 omslag
1 recht gedraaid (breinaald achterin gestoken)
1 averecht gedraaid (breinaald achterin gestoken)
2 steken recht samenbreien
1 overhaling: 1 steek recht afhalen, 1 steek recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen
2 steken samen recht afhalen, 1 steek recht breien, de 2 afgehaalde steken over de gebreide steek halen
2 steken naar rechts kruisen: 1 steek op een hulpnaald achter het werk leggen, 1 steek gedraaid recht en de steek van de hulpnaald gedraaid recht breien
2 steken naar links kruisen: 1 steek op een hulpnaald voor het werk leggen, 1 steek averecht en de steek van de hulpnaald gedraaid recht breien
2 steken naar rechts kruisen: 1 steek op een hulpnaald achter het werk leggen, 1 steek gedraaid recht en de steek van de hulpnaald averecht breien
Naar boven
Reacties zijn welkom