Een lang mouwloos vest met een asymmetrische sluiting en een ruime kraag.
Mooi om te zien en heerlijk om te dragen.
Misschien een beetje uitdagend om te breien door de verschillende manieren van minderen en meerderen. Maar het resultaat is een perfect aansluitend vest met mooi afgewerkte armsgaten.
Dit patroon als PDF downloaden:
Maat 34/36 (38/40) [42/44]
Maat 38/40 wordt vermeld tussen ( ).
Maat 42/44 wordt vermeld tussen [ ].
Materiaal
9 (10) [12] bollen Complesso van elk 50 gram
(80% Acryl, 20% scheerwol. Looplengte 110 meter).
2 breinaalden nr. 4.
2 hulpnaalden nr. 4,5.
2 breinaalden nr. 4,5.
9 knopen.
Proeflapje
25 naalden van 20 steken = 10 x 10 cm.
Gebruikte steken
Tricotsteek: heengaande naald recht, teruggaande naald averecht.
Averechte tricotsteek: heengaande naald averecht. Teruggaande naald recht.
Boordsteek 1: 1 recht, 1 averecht. Teruggaande en volgende naalden, de steken breien zoals ze zich voordoen.
Achterpand
99 (105) [111] steken opzetten met naald nr. 4 en 7 naalden boordsteek 1 breien.
Verder breien met naald nr. 4,5 als volgt:
1 kantsteek, 8 steken tricot, 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht), * 15 (17) [19] steken tricot, 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht) *. Tussen * en * steeds herhalen, eindigen met 8 steken tricot + 1 kantsteek.
Minder na 32 (32) [34] naalden totaal 4 steken telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte d.m.v. een overhaling: 1 steek afhalen, de volgende steek recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen.
Minder in de 48e (48e) [50e] naald in totaal 4 steken aan de linkerkant van het tricotgedeelte door 2 steken samen recht te breien.
In de 62e en 86e (62e en 86e) [64e en 88e] naald nogmaals 4 steken minderen d.m.v. een overhaling, telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte.
In de 74e en 96e (74e en 96e ) [76e en 98e] naald 4 steken minderen door telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 2 steken recht samen te breien.
Je hebt nu 75 (81) [87] steken op de naald.
Meerder in de 106e en 122e (106e en 122e) [108e en 128e] naald 4 steken telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de rechte en de averechte steek.
Meerder in de 114e en 130e (114e en 130e) [118e en 128e] naald telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 4 steken door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de averechte en de rechte steek.
Je hebt nu 91 (97) [103] steken op de naald.
Brei 7 (9) [9] naalden zoals de steken zich voordoen.
Verkorte naalden
De minderingen voor de armsgaten worden uitgevoerd door verkorte naalden te breien.
Linkerkant:
Brei de heengaande naald tot je nog 4 (4) [4] steken op de linkernaald hebt. Haal de volgende steek averecht af. Leg de draad aan de voorkant van het werk. (zie de foto’s hieronder)
Keer het werk. Haal de 1e steek af en leg de draad weer naar voren.
NB: deze teruggaande naald is de eerste naald voor het minderen van het armsgat aan de rechterkant.
Brei de volgende heengaande naald tot je nog 6 (6) [6] steken op de naald hebt. Haal de volgende steek af en leg de draad naar voren. Keer het werk, haal de 1e steek af en leg de draad naar voren.
Brei de volgende heengaande naald helemaal. Neem bij de 6e (6e) [6e] en 4e (4e) [4e] steek van achteren ook de draad op die je in de voorgaande naald om deze steken hebt gelegd. Brei deze lus tezamen met de steek.
Kant dan bij de teruggaande naald de eerste 8 (8) [8] steken af.
Rechterkant:
Brei de naald tot je nog 4 (4) [4] steken op de naald hebt. Haal de volgende steek af en leg dan de draad naar achteren.
Keer het werk, haal de 1e steek af en leg de draad weer naar achteren.
Brei de volgende teruggaande naald tot je nog 6 (6) [6] steken op de naald hebt. Haal de volgende steek af en leg de draad naar achteren. Keer het werk, haal de 1e steek af en leg de draad naar achteren.
Brei de volgende teruggaande naald tot het eind en brei ook hier bij de 6e (6e) [6e] en 4e (4e) [4e] steek van achteren de omgeslagen draad mee met de steken.
Kant in de volgende heengaande naald de eerste 8 (8) [8] steken af.
Minder in de volgende heengaande naald de eerste 2 steken na de kantsteek d.m.v. een overhaling en de laatste 2 steken (voor de kantsteek) recht samen te breien.
Herhaal dit nog 1 x in de volgende heengaande naald.
Je hebt nu 71 (77) [83] steken op de naald.
Brei door tot een totale hoogte van 77 (80) [84] cm. Laat alle steken voorlopig rusten op een hulpnaald.
Rechter voorpand
In dit pand worden aan de rechterkant knoopsgaten gebreid, de uitleg vindt je onderaan deze paragraaf.
68 (72) [76] steken opzetten met naald nr. 4 en 7 naalden boordsteek 1 breien.
Verder breien met naald nr. 4,5 als volgt:
1 kantsteek, 10 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 recht), * 15 (17) [19] steken tricot. 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht) *. Tussen * en * nog 1 x herhalen. 8 steken tricot, 1 kantsteek.
Minder na 32 (32) [34] naalden totaal 2 steken telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte d.m.v. een overhaling. (zie de uitleg bij het achterpand)
Minder in de 48e (48e) [50e] naald in totaal 3 steken aan de linkerkant van het tricotgedeelte door 2 steken samen recht te breien. (zie de uitleg bij het achterpand)
In de 62e en 86e (62e en 86e) [64e en 88e] naald nogmaals 2 steken minderen d.m.v. een overhaling, telkens aan de rechterkant va het tricotgedeelte.
In de 74e en 96e (74e en 96e) [76e en 98e] naald 3 steken minderen door telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 2 steken recht samen te breien.
Je hebt nu 53 (57) [61] steken op de naald.
Meerder in de 106e en 122e (106e en 122e) [108e en 128e] naald 3 steken telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de rechte en de averechte steek.
Meerder in de 114e en 130e (114e en 130e) [118e en 128e] naald telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 2 steken door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de averechte en de rechte steek.
Je hebt nu 63 (67) [71] steken op de naald.
Na nogmaals 7 (9) [9] naalden aan de linkerkant van het werk minderen voor de armsgaten door verkorte naalden te breien. (zie de uitleg bij het achterpand)
Brei na de verkorte naalden in de volgende heengaande naald de laatste 2 steken (voor de kantsteek) recht samen.
Herhaal dit nog 1 x in de volgende heengaande naald.
Je hebt nu 53 (57) [61] steken op de naald.
Brei vanaf een totale hoogte van 73 (74) [77] cm. in het rechter tricotgedeelte langzamerhand averechte tricotsteek. In de tekening van het rechter voorpand is dit in het rood getekend.
Begin 2 (4) [4] naalden na het laatste knoopsgat:
In de 1e heengaande naald: 1 steek recht, 2 steken averecht, 10 (12) [14] steken recht.
In de 1e teruggaande naald: 9 (11) [13] steken averecht, 3 steken recht, 1 steek averecht.
Brei op deze manier in elke volgende naald telkens 1 steek extra in averechte tricot.
De steken van de hele laatste naald zijn dan als volgt verdeeld:
1 kantsteek, 10 steken boordsteek 1, 1 steek tricot, 11 (13) [15] steken averechte tricot, 1 steek tricot, 9 steken boordsteek 1, 13 (15) [17] steken tricot, 6 steken boordsteek 1, 1 kantsteek.
Laat bij een totale hoogte van 77 (80) [84] cm. de steken voorlopig rusten op een hulpnaald.
Knoopsgaten
Deel na 50 (50) [56] naalden het werk in tweeën. Brei over de eerste 5 steken 3 naalden. Brei dan over de rest van de steken 3 naalden met een aparte draad.
Brei de 4e t/m de 26e naald weer over alle steken.
Herhaal dit in het rechter voorpand nog 5 x.
Linker voorpand
44 (46) [48] steken opzetten met naald nr. 4 en 7 naalden boordsteek 1 breien.
Verder breien met naald nr. 4,5 als volgt:
1 kantsteek, 8 steken tricot, 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht), 15 (17) [19] steken tricot, 10 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht) . 1 kantsteek.
Minder na 32 (32) [34] naalden 1 steek telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte d.m.v. een overhaling: 1 steek afhalen, de volgende steek recht breien, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen. (zie de uitleg bij het achterpand)
Minder in de 48e (48e) [50e] naald in totaal 2 steken aan de linkerkant van het tricotgedeelte door 2 steken samen recht te breien. (zie de uitleg bij het achterpand)
In de 62e en 86e (62e en 86e) [64e en 88e] naald nogmaals 1 steek minderen d.m.v. een overhaling, telkens aan de rechterkant va het tricotgedeelte.
In de 74e en 96e (74e en 96e ) [76e en 98e] naald 2 steken minderen door telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 2 steken recht samen te breien.
Je hebt nu 35 (37) [59] steken op de naald.
Meerder in de 106e en 122e (106e en 122e) [108e en 128e] naald 1 steek telkens aan de rechterkant van het tricotgedeelte door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de rechte en de averechte steek.
Meerder in de 114e en 130e (114e en 130e) [118e en 128e] naald telkens aan de linkerkant van het tricotgedeelte 2 steken door een steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje tussen de averechte en de rechte steek.
Je hebt nu 41 (43) [45] steken op de naald.
Na nogmaals 7 (9) [9] naalden aan de rechterkant van het werk minderen voor de armsgaten door verkorte naalden te breien. (zie de uitleg bij het achterpand)
Minder in de volgende heengaande naald na de verkorte naalden de eerste 2 steken (voor de kantsteek) d.m.v. een overhaling.
Herhaal dit nog 1 x in de volgende heengaande naald.
Je hebt nu 30 (32) [34] steken op de naald.
Laat bij een totale hoogte van 77 (80) [84] cm. de steken rusten.
Schouders sluiten
Leg het linker voorpand met de goede kant op de goede kant van het achterpand voor het sluiten van de schouder:
Steek de rechternaald door de 1e steek van zowel het linkervoorpand als de 1e steek van het achterpand en brei 1 steek recht.
Brei de volgende steek op dezelfde manier en haal dan de 1e steek over de 2e steek.
Kant op deze manier de 1e 20 (21) [22] steken van de panden af.
Leg dan het rechter voorpand met de goede kant op de goede kant van het achterpand en sluit de andere schouder op dezelfde manier.
Kraag
Zet alle steken van de voorpanden en het achterpand op 1 naald voor het breien van de kraag.
Bij het breien van de kraag wordt het werk omgedraaid. De goede kant van de kraag wordt boven de binnenkanten van de panden gebreid.
Brei de steken als volgt:
kantsteek, 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht), (A) 3 (3) [3] steken tricotsteek, 9 steken boordsteek 1 (beginnend met 1 averecht), (B) 11 (13) [15] steken tricotsteek, 9 steken boordsteek (beginnend met 1 averecht), (C) 3 (3) [3] steken tricotsteek, 9 steken boordsteek (beginnend met 1 averecht), (D) 13 (15) [17] steken tricotsteek, 9 steken boordsteek (beginnend met 1 averecht), 1 kantsteek.
In onderstaande tekening zijn de verschillende tricotgedeelten met een letter aangegeven:
Meerder telkens 2 steken in het tricotgedeelte door 1 steek gedraaid recht te breien uit het dwarsdraadje na de laatste boordsteek en 1 steek gedraaid recht uit het dwarsdraadje voor de volgende averechte boordsteek.:
A. 6 x in elke 4e naald en 1 x in de 6e (8 x in elke 4e naald) [8 x in elke 4e naald en 1 x in de 2e]
B. 3 x in elke 10e naald en 1 x in de 6e. (3 x in elke 10e naald en 1 x in de 6e) [3 x in elke 10e naald en 1 x in de 6e]
C. 6 x in elke 4e naald en 1 x in de 6e. (8 x in elke 4e naald) [8 x in elke 4e naald en 1 x in de 2e]
D. 1 x in de 14e naald en 1 x in de 16e. (1 x in de 14e naald en 1 x in de 16e) [1 x in de 14e naald en 1 x in de 16e]
Brei na 36 naalden nog 6 naalden boordsteek 1 over alle steken.
Kant dan alle steken losjes af.
Knoopsgaten in de kraag
Brei na 2 naalden aan de linkerkant nog 1 knoopsgat.
Brei dan 2 x na telkens 14 naalden een knoopsgat, 5 steken vanaf de rechterkant door ook hier het werk in tweeën te delen en elk deel met een afzonderlijke draad apart verder te breien. Brei de 4e en volgende naalden weer over alle steken.
Afwerking
Sluit de zijnaden.
Naai de 7 onderste knopen op de goede kant van het werk. Naai de bovenste 2 knopen op de achterkant (maar aan de goede kant van de kraag) van het werk.
De panden
Achterpand
Rechter voorpand
Linker voorpand
Kraag
Reacties zijn welkom